Een vos verliest wel zijn haar maar niet zijn streken !

Bouw van een ARDF-ontvanger stap voor stap.

Het schema

Het schema
Auteur : PA0HRX

woensdag 30 november 2011

Bouwstap #3 : De oscillator+ MF [de bestukking]

Hierbij al de lay-out met de componenten voor deze stap.
Zoals U ondertussen wel al weet , let goed op de plaatsing van de componenten. Bij D1 , de varicap, goed opletten waar de kathode moet komen ( zwarte band ).
Bij IC1 , het voetje met het nokje naar de goede richting.Soldeer eerst twee schuin overeenstaande pinnetjes ( bv één en negen) , controleer dan of alles goed staat en soldeer dan de rest van de pinnetjes.

Vooral de draadbrug niet vergeten !!!!

Gaatje voor lipje van L3 eerst uitboren tot ca 2mm en dan lipje door de print voeren omplooien en vastsolderen tot op de massa ( niet enkel alleen op het soldeereilandje!).

Voor C11 zijn er gaatjes teveel . Dit is afhankelijk van welke type trimmer je gekregen hebt , maar passen doet ie ! Het middenste pinnetje moet naar boven wijzen . De andere twee zijn massa's.

Potmeters R6 en R8 . Nogmaals op wijzen dat deze snel moeten gesoldeerd worden zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van de soldering .
Gebruik soepele draadjes en verbindt ze met de print , daar waar er cirkeltjes getekend zijn op de lay-out.
Kijk goed naar de bijstaande tekening met de potmeters , vooral de middelste aansluiting van de potmeter is belangrijk . de andere kunnen gemakkelijker omgewisseld worden indien je verkeerd was.





Bouwstap #3 : De oscillator+MF [de onderdelen]

Wij zijn al bouwstap #3. Niet minder dan 24 onderdelen moeten er geplaatst worden .
Enkele opmerkingen .
L3: Eén lipje van de behuizing moet afgeknipt worden ; Het is wel deze die tegen de IC1 ( TCA440) aanleunt .Let goed op en presenteer het eerst eens op de print zodat je ziet het welke !

D1 : Dit is geen BB405 maar een BB221 en werkt goed .

C10 : U heeft tweemaal C10 ontvangen . De ene is 100p ( bruin met oranje streep ) en de andere is 150p ( grijs met violette streep). dit kwam omdat ze verschillend stonden opgetekend , éénmaal op het schema en éénmaal op de stuklijst. We hebben getest met 100p maar iemand heeft al gebouwd met 150p , beide werken ,aan U de keus.

maandag 28 november 2011

Bouwstap #2 : De BFO,de mengtrap en de MF-filter [meetblad]

Allereerst de DC-waarden .
Eigenlijk is dat een beetje moeilijk omdat de BFO bij het aansluiten van de spanning zowiezo al staat te oscilleren en er steeds HF op de DC spanningen aanwezig is .
Wie daarom toch de DC -waarden wilt meten zal een extra ( voorlopige ) condensator van 10 - 100nF moeten solderen van de collector van T2 naar massa. hierdoor stopt de oscillatie.
U krijgt dan volgende waarden ( steeds gemeten t.o.v massa):
1. Over D2 staat 0,34 VDC
2. Over D2 + D3 samen ( knooppunt D3 - R12 - C19 )staat 0,70 VDC.
3. Op de collector van T2 staat ca 2VDC , dit is afhankelijk van de transistor zijn DC versterkingsfaktor en die kunnen nogal wat schommelen .
4. Op de basis van T2 staat ongeveer 0,6VDC.

Dit zijn de DC-waarden , meer valt er niet te meten .

De AC ( HF) waarden zoals steeds met oscilloscoop ( vergeet niet de voorlopige condensator te verwijderen!.Gemeten met probe x 10 , dit om een zo klein mogelijke lastcapaciteit te hebben .De waarden zijn wel omgerekend , dus echte waarden .

1. Op de collector van T2 : HF met een waarde van 6Vpp.( zie foto)
2. Over diode D2 : 500mVpp boven de nullijn ( zie foto).
3. Op knooppunt D3 - C19 - R12 , niets meer , logisch C19 sluit dit kort naar massa.
4. Over weerstand R15 : 300mVpp rond de nullijn. Logisch de BFO-frequentie valt in de doorlaatband van het filter en wordt enigzins verzwakt .Vergelijk eens met meetpunt 2.
Nog een opmerking : de voedingsstroom met deze bijkomende trap is nagenoeg niet gestegen en bedraagt nog ongeveer 8mA

Over collector T2. De vlakke lijn is de nullijn , zo ziet U ook of er een DC-component bijzit of niet

Over diode D2: signaal wordt geclampd door de diode.

Over weerstand R15: zoals U ziet laat dit filter geen DC door .

Meer uitleg over werking vindt u ook nog onder de rubriek " de praktijk deel 1 de BFO en mixer" .

Bouwstap #2 : De BFO,de mengtrap en de MF-filter [de bestukking]

Bij deze stap moet je vooral opletten dat de dioden goed gemonteerd zijn . De kathode k( dat is het platte streepje op het symbool) is op de behuizing een zwart streepje rond het glas .
Kijk ook goed naar de lay-out daar zie je ook een streepje.
Er zijn twee types 10p condensatoren , het maakt niet uit wie je waar steekt maar je moet wel beide beentjes een beetje openplooien met een tangetje ,zeker NIET opentrekken .De filters hebben geen voorkeur van werking . Je mag ze monteren zoals je wilt , zolang de pinnetjes maar in de voorziene gaatjes vallen.De transistor gewoon monteren zoals aangeduid op de lay-out , het binnenste draadje ( = basis) een beetje bijplooien.Voor de rest zie ik geen problemen . De foto is een goede handleiding.


Er is ook een stukje schema bijgevoegd omdat we wat afwijken van het originele schema.Onze filter is dubbel uitgevoerd in de BFO , dat geeft ons ook de mogelijkheid om de frequentie ietwat aan te passen aan onze goesting dankzij de extra capaciteit van 10p ( C29). We moeten maken dat we aan een verschil van ca 800Hz tot 1000Hz komen t.o.v. de MF-doorlaat . Met de waarde van C29 te veranderen kunnen we dat .

Bouwstap #2 : De BFO,de mengtrap en de MF-filter [de onderdelen]

Nu komen we aan het middenfrequent gedeelte ook wel MF genoemd . Hierbij zit ook de Beat Frequent Oscillator (BFO) en de mengtrap .Voor de werking en het doel verwijs ik naar de eerder verschenen theorie-artikels op deze zelfde blog .

zondag 27 november 2011

Bouwstap #1 : De voeding en de LF-versterker [meetblad]

Hierbij een samenvatting van het meetblad .

Eerst de gelijkstroommetingen ( later altijd aangeduid met DC).
Houdt er rekening mee dat alle onderdelen , hoe goed ook , een tolerantie hebben .
De volgende DC waarden moeten wel binnen de 5% liggen en zijn meestal zelfs beter.


Algemeen Ub ( voeding ) natuurlijk 9VDC.

Stap 1 . Meten van DC-waarden zonder IC2 ( LM386) , dus voetje leeg.

#1: Uuit IC3 ( 78L06) 6VDC
U kunt dit best meten op het voetje tussen pin 2 ( min pool ) en pin 6 ( + pool).
Pin 1 van het voetje begint bij het nokje en ligt het dichtst bij de weerstand
R13 . Ga zo verder tot pin 4 steek dan recht over , dit is pin 5 en kom zo
verder terug naar het nokje , dat is pin 8.
U hebt al gesnapt ondertussen dat dit een bovenaanzicht is !

#2: Doe dit hetzelfde met pin 4 en pin 6 , zo weet u dat beide massa's aan het ic
goed is

Stap 2. Meten van de voedingsstroom in rust . Dit is de stroom die dan enkel IC3 opneemt .
Schakel een mA-meter in serie met de voedingsspanning . de voedingsstroom ( Ib) bedraagt in rust ca 3mADC.

#1: Als dit boven allemaal klopt ,steek nadat U de voeding heeft afgeschakeld de LM386 in het voetje.LET OP DE POLARITEIT ! Nokje ic naar nokje voetje .Verbindt uw hoofdtelefoon.De voedingsstroom Ib zal stijgen naar ca 7mA bij het inschakelen van de voeding.De spanning op pin 5 moet ongeveer de helft van de voedingsspanning bedragen .In theorie dus 3VDC , ik heb 2,73VDC gemeten .

#2: Kom met uw vinger ( bv via een stukje draad ) aan pin 3 van het IC of aan de weerstand R13 langs de kant van de IC . U zult een flinke brom horen in uw koptelefoon.

Stap 3. Meten van wisselstroomwaarden , verder AC genoemd.Dit kan enkel indien U beschikt over een LF-generator en een oscilloscoop.

#1: Verbindt de LF-generator met C20 via een voorlopig gesoldeerd draadje .Stel de LF-generator in op 800Hz en regel naar een amplitude van 5mVpp ( pp = peak to peak of top tot top). Meet over de koptelefoonaansluiting . Ik heb 600mVpp gemeten .Dat is een versterking van 120x.De voedingsstroom stijgt dan tussen 7,6mADC en 8,2mADC

Op de bijgevoegde foto's ziet U op het bovenste spoor het ingangssignaal en op het onderste het uitgangssignaal.Indien U luistert op de koptelefoon , let op want dit is vrij hard!


Bouwstap #1 : De voeding en de LF-versterker [de bestukking]

Met bijgeleverde afbeelding van het overzicht van de componenten en met de foto als leidraad moet het niet moeilijk zijn om de bestukking te doen .
Print ook eens het schema af en gebruik dit als hulp.

Enkele raadgevingen .
1. Maak dat je print proper is ( niet geoxideerd ) Doordat er reeds flux op is kan dit in feite geen probleem zijn.
2. Soldeer eerst de componenten die het laagst bij de print komen , zoals de weerstand en de kleine condensatoren .
3. Monteer het voetje juist ! . Het uitgespaarde nokje is duidelijk te zien op de foto en op de lay-out.
4. Monteer de componenten zo dicht mogelijk tegen de print zonder ze te verminken , doe het voorzichtig .
5. Soldeer snel en goed ( maximum enkele seconden en zekers niet langer dan 5 sec) met een propere soldeerpunt.De soldering moet vloeiend zijn en er blinkend uitzien . Kuis na elke soldering uw punt af aan een nat sponsje.
6. Je kunt de draadjes aan de soldeerzijde lichtjes plooien om ze enige houvast te geven en te voorkomen dat de componenten eruit vallen bij het omdraaien van de print ,maar buig uw draadje steeds in de richting van het baantje om geen sluiting te maken tussen de baantjes.
7. De kleine rondjes met een + en/of een - teken zijn de plaatsen waar er draadjes inkomen . Deze zijn in dit geval voor de voeding en de koptelefoon. Ik twist altijd mijn draadjes , dat geeft ze een zekere stabiliteit op hun eigen .U kunt achteraf in de omgeving waar de draadjes de print raken een dot warme lijm geven om ze enigzins mechanisch te ontlasten en te voorkomen dat ze afbreken .( Nog niet op deze foto te zien)
8. Let op de polariteit van de electrolytische condensatoren . De + is aangeduid op de lay-out .De min staat vermeld op de condensator.


Bouwstap #1 : De voeding en de LF-versterker [de onderdelen]

Wij zijn vertrokken om te bouwen .
Nog even herhalen , ik bouw vanachter naar voor .
Dus eerst de voeding en het audio-gedeelte.
Hierbij het overzicht van wat je moet samenzoeken vooraleer je kunt starten .
De benamingen en de coderingen zijn erbij geschreven .
Opmerking : Als je een elco( ELectrolytische COndensator ) tegenkomt , dat zijn die zwarte ronde behuizingen , met een andere spanningsbestempeling zoals 50V ipv van de op het schema benoemde 16V , dit kan geen kwaad ! Zolang deze spanning hoger is dan de voedingsspanning is alles OK !

ALGEMENE OPMERKING !
Als je je batterij wilt plaatsen zoals voorzien op de print , moet je EERST dat vakje uitzagen . Naderhand is het te delicaat !
Doe het proper en je hebt nog een stukje print met soldeereilandjes dat je kunt gebruiken om te experimenteren , dit is een gratis service van ON4AUB.

De print is reeds voorzien van alle boringen , niettemin kan het zijn dat er hier en daar een gaatje moet verruimd worden .

Stap 1 : Zoek eerst je onderdelen samen zoals aangegeven op onderstaande afbeelding.

Bouwtips: deel 2

Er komen meer en meer bouwtips binnen .
Hieronder nog een paar .

Van ON4BB , Luk
Van de regelaar het middelste beentje een beetje naar buiten plooien
* kode op capacteit 104 = 100 nF (geel)
* kode op capaciteit 103 =10 nF (blauw)
* IC2 beentjes iets naar binnen plooien alvorens deze in de Ic te plaatsen

Van mezelf ook een belangrijke !

De potmeters zijn nogal gevoelig aan het te lang warmen met een soldeerbout !
Soldeer dus snel ,maar misschien nog beter ,laat u niet verleiden om het oogje te gebruiken om uw draadje door te steken ( = heel dicht bij de behuizing) maar gebruik de uiteinden van de soldeerlip , dus zo ver mogelijk van de potmeter weg .

Bouwtips

Voor de beginners is niet altijd duidelijk hoe een condensator of andere onderdelen gemarkeerd worden .
Voor de capaciteiten ( condensatoren ) hier alvast een hulpmiddel van ON6RL


Klik op de foto om te VERGROTEN

Zie ook mijn andere blog
Over condensatoren (2)

zaterdag 26 november 2011

Klaar voor de doop

Vandaag is het fox-o-ring .
Dus deze week voorlopig ingebouwd in een doosje .
Klaar voor de eerste testen !



RESULTAAT !

Wel voor mij is hij goedgekeurd . Ik kon prachtig uitpeilen en heb de 9 vosssen gevonden in 31 minuten !
Uitslag voor mijn fox-O-ring : de vijfde van 13 deelnemers .
Laat dit een aanmoediging zijn voor elke bouwer !

donderdag 24 november 2011

Print : deel 2

De componentenafdruk is hierbij bijgevoegd .


En het sporenplan



Klik op de foto's om te VERGROTEN !

zondag 20 november 2011

Het laatste loodje : de sense-antenne

Het laatste dat nog niet uitgetest was , was de sense-antenne .
Het gaat hem hier over de werking op zijn eigen , nog niet de afregeling i.s.m. de ferrietantenne.
Ik heb voorlopig een uitschuifbare antenne genomen om eens te zien hoe de ontvangst zich gedraagt in funktie van de lengte ,later zal deze vervangen worden door een vaste antenne . Eerder had ik al in de schakeling een trimpotmeter voorzien om de versterking te regelen . Nu heb ik dit kunnen testen in de praktijk en de regeling werkt goed .Hierdoor kunnen we voor iedereen dezelfde vaste lengte nemen en de onderlinge verschillen wegregelen . De bijdrage van de sense-antenne ( E-veld) moet in amplitude gezien van dezelfde grootte zijn als wat de ferrietantenne ( H-veld) op dat moment oppikt.Dit geeft de beste V/A verhouding .
Nu dit laatste elektrisch is uitgetest en goed bevonden kunnen wij eindelijk onze print vrijgeven voor serieproduktie en kunnen we samen de print opbouwen .
Ik hoop dit te doen , stap voor stap , met de nodige metingen en foto's .
Hieronder nog enkele foto's van de werking van de sense-antenne.
De signalen op de scoop zijn gemeten op de LF-uitgang ( aan koptelefoon) met een probe x 10 en de gevoeligheid op 10mV/div
De ontvangst was in de shack zonder koppeling met een buitenantenne s' morgens om ca 9h00

De opbouw


Detail met rechts de koppelwindingen met blauwe draad


Signaal zonder dat de sens-antenne is ingeschakeld

Signaal met sense-antenne

zaterdag 19 november 2011

Eerste testen achter de rug !

De eerste testen van de proefprint zijn achter de rug .
Op de workshop van WLD ( zie link rechts)is de proefprint van François ON4AUB aan de tand gevoeld . Ik moet zeggen we waren beide niet tevreden .De gevoeligheid sloeg nergens op en ook het ruisen dat men moet horen ( ook als er geen signaal is ) was minimaal .
Ik heb de print mee naar huis genomen om eens te onderzoeken wat er zoal scheef kon lopen . Op de workshop was er al een donkerbruin vermoeden dat de BFO niet je van dat was .Ook de amplitude van de BFO was een stuk minder dan de mijne gemeten thuis .Bij Franco was wél al de gehele schakeling gebouwd en bij mij enkel de BFO en mengtrap . misschien was er meer demping .
Na wat metingen viel het mij op dat de BFO te ver van de doorlaat zat van de MF. De BFO stond op 455 kHz en de doorlaat op ca 462 kHz zoals op de bestempeling van het filterblokje aangegeven .Nu is het niet abnormaal dat het filterblokje een eindje opschuift als het gebruikt wordt als serie-element om aan de juiste fasedraaiïng te komen en dit was dan ook het geval . Gelukkig konden we dat compenseren door tussen de twee filters in ( zoals bij de MF) een condensatortje in serie te plaatsen waardoor de frequentie terug opschoof naar de goeie richting . Ik heb nu als proef 10pF gebruikt en dat doet het prima . De frequentie is nu ca 461 kHz en dat levert ca 1000 Hz beattoon op .Ook is wonderwel daardoor ook de amplitude toegenomen naar ca 5Vpp ipv 3Vpp.Dus tòch demping door filter F2 naast zijn doorlaatfrequentie.Eénmaal dat opgelost was het maar de TCA440 inpluggen en we hadden direkt ontvangst. De ferrietstaaf was nog niet aangesloten maar de inverted V van buiten had ik rechtstreeks eraan geknoopt en ik kon de CW en SSB signalen duidelijk ontvangen .Toen heb ik de ferrietstaaf ( nog zonder sense-antenne) aangekoppeld en alles op een plankje gevezen . In de auto gestapt en weggereden . Het was mooi om te horen hoe het signaal verzwakte en weer opkwam tijdens het draaien met de auto , zelfs mét de ontvanger in de auto op de zetel . Ik ben gereden tot in Hulst ( NL) en kon nog duidelijk de vos horen en uitrichten . Ik ben niet verder gereden . de afstand in vogelvlucht is ca 6km , maar ik kon gerust nog een stuk verder. Hij was nog goed te horen daar.
Nu nog de sense antenne inkoppellen en we kunnen definitief starten met de groepsbouw.

vrijdag 11 november 2011

De print

Ziehier de huisvlijt van Franco ON4AUB .
Dit wordt de print die straks als basis dient voor onze ontvanger .
Franco gaat ze eerst nog eens uittesten en daarna wordt de serieproduktie opgestart.
Proficiat Franco!

zaterdag 5 november 2011

De praktijk deel 1: De BFO en mixer

Ik heb eens de mixer en de BFO op een apart printje gemaakt om wat metingen op te doen .

De BFO wekt voor mij de benodigde 460kHz op en om de mixer te testen voeg ik zelf nog een ander signaal toe met een frequentie van ca 461 kHz via een 10pF condensatortje. Als alles goed gaat krijg ik dan een toontje van het verschil van deze frequenties zijnde 1 kHz.
Het signaaltje wordt toegevoegd via de de gele draad met krokoklem.
Hier volgen de meetwaarden ;
Eerst de DC spanningen gemeten op de verschillende punten , dus zonder oscillatie. De filter was dan ook niet erbij gesoldeerd.
Meettoestel : DVM
Voedingsspanning : 6V DC
Collectorspanning ( = knooppunt R10 en R11 en C18 ) : 1,83V . Dit hoeft wel enige uitleg . In tegenstelling tot wat ik in de theorie heb verklaard geleidt de transistor hier al wel degelijk. Dus met 1M in de basis is de transistor toch in staat al mooi te geleiden . De basis-emittor spanning bedroeg dan ook reeds 0,6 V.

Dan komen we aan de mixer . Over beide diodes staat 0.73 V , mooi verdeeld . Dus ca 0.36V per diode en dat zal wel in het kromme gedeelte zijn.Ik heb het niet geprobeerd maar dmv R12 zouden we kunnen testen waar het beste gedeelte zit om het grootste rendement te krijgen van de menging.

Dan volgt het HF gedeelte . De filter werd aangesloten ( opgelet , het blokje is een dubbel filter en beide moeten gebruikt worden door ze na elkaar te schakelen en met de massa aangesloten).
Onderstaande foto geeft het signaal weer, De amplitude is bijna de volledige voedingsspanning dus ongeveer 6Vpp .
Onderaan ziet u wat " rommel" Dit is vermoedelijk te wijten door het feit dat de transistor daar afgeknepen wordt omdat de collectorspanning daar gedaald is tot bij de nul volt en omdat de basisvoorspanning van diezelfde collectorspanning komt kan het niet anders dat hij zichzelf wurgt. Op de volgende foto ziet U het signaal uitgetrokken .
Omdat we straks toch ons signaal aanbieden aan onze mixer die zelf ook alles "verminkt " neem ik daar geen aanstoot aan .

Via c18 wordt dit signaal dan aangeboden tussen de twee diodes in .Op de kromming van deze diodes gebeurt dan de menging . Het signaal dat ontstaat op de diodes krijgt U hieronder te zien . Onthoudt dat dit twee signalen zijn met een klein onderling frequentieverschil.
U ziet al duidelijk onderaan de menging zitten als een omhullende .
Het enige wat ons nog te doen staat is via een LF RC netwerkje dit eraf filteren .

Ik had hier eerst geschreven dat de laagdoorlaatfilter niet goed werkte . Correctie, het LPF werkt wél goed . Ik had een verkeerde aftakking gemaakt op de proefopstelling ( kan gebeuren) en daardoor werd de mixer teveel belast . Nu dit alles volgens het schema correct is uitgevoerd is het resultaat OK .

Ik heb ook nog geprobeerd hoever de spanning mag dalen vooraleer de BFO uitvalt . Wel dat is héél ver . Op 2,5V werkte de BFO nog steeds , zelfs de mengtrap deed nog zijn werk .

Het schema : deel 5


Als laatste komt de sense-antenne , probe of hoe je het ook wilt noemen aan bod .
Het doel van de sense-antenne is om het elektrisch veld , dit in tegenstelling tot de ferrietantenne die het magnetisch veld gebruikt, te "vangen" en elektrisch samen te voegen met het signaal van die ferrietantenne.
Waarom en hoe dit moet gebeuren is beschreven in het artikeltje dat in de rechtse kolom staat onder de titel " een beetje antennetheorie ". Dit laatste is een beetje schamper bedoeld , het is wel even doorbijten op die tekst. Ik ben er in elk geval nog niet volledig uit en kom ook andere theorieën tegen wat dit alles niet geheel duidelijk maakt .Zo zit ik nog verveeld met het geval 90° faseverschuiving . Dit wordt altijd aangehaald om het antennediagram dat normaal een 8-vorm heeft om te zetten naar een niervorm dankzij die 90° faseverschuiving. Niets aan de hand denkt U, maar U mag niet vergeten dat de E-en H-veld op zichzelf ook al 90° verschoven zijn , althans als we over het quasi-stationair veld spreken , anders zijn ze wél in fase! ( bij het stralingsveld dus).Het quasi-stationair veld is het veld dat nog aan de " antenne plakt " en zich tot de golflengte/2PI uitstrekt , waarna het overgaat naar het stralingsveld. Op een afstand van 4 a 5 golflengtes zou de invloed van het stationair veld nihil zijn . Als dit allemaal waar is , wilt dit dan zeggen dat we onze kit moeten afregelen minimum op 5 maal 80m = 400m afstand van de vos . En dat dan dichter bij de vos er een ongewenste faseverschuiving optreedt die ons antennediagram verstoort in negatieve zin .
De praktijk zal dit moeten uitwijzen , dit alles is dus theorie!

Nu nog het schema: Er is een gekozen voor een FET en dat is een begrijpelijke keus omdat een FET een hoge ingangsweerstand heeft . De FET zal daardoor het antennetje minimaal belasten . Het antennetje is heel kort in vergelijking met zijn golflengte en zal daardoor sterk capacitief zijn . Het signaal wordt dan nog eens via een condensator aangeboden op de gate van T1. De weerstand R1 legt deze gate galvanisch aan massa . De FET is geschakeld als " common source" dit is te zien doordat de source ontkoppeld is met C2. Nog in de source staat een weerstand van 1k ( R2) . Deze stelt in feite de FET in en wel zodanig dat de gate negatief staat t.o.v. de source en hoe groter deze weerstand , hoe negatiever dan de gate staat . Het werkingspunt dat hiermee bepaalt wordt op de FET -ingangskarakteristiek bepaalt hiermee ook de versterking van deze FET. In de drain staat dan een spoel die meegewikkeld wordt op de ferrietstaaf en zo de inkoppeling bewerkstelligt .De wikkelzin op de ferrietstaaf is ook nog eens van belang , anders zou je wel eens van de vos kunnen weglopen ipv er naar toe! Om nog even op de sourceweerstand terug te komen , wij hebben een trimmer voorzien in serie met deze weerstand om meer soepel de instelling en daardoor de versterking te regelen . Dit staat niet op dit schema.
Omdat slechts de sens-antenne op verzoek moet ingeschakeld worden , is er een drukknopje voorzien .
Er wordt op gewezen dat de FET gevoelig is voor statische lading die de gate kan vernietigen . Daarom is enige voorzichtigheid geboden bij aanraken van de sense-antenne.Soms worden hier ook wel twee antiparallel geschakelde diodes tussen de gate en de massa gesoldeerd om de ze gate te beschermen .

Ziezo , ik denk dat het schema nu volledig besproken is en dat we naar de praktijk kunnen overgaan .

vrijdag 4 november 2011

Het schema : deel 4




De oscillatorkring en de handregeling.
We weten al dat het aktieve gedeelte van de oscillator zich in de TCA440 bevindt , dus kunnen we ons hier beperken tot de passieve componenten .Wederom zien we hier een afgestemde kring dmv de TOKO 3333R spoel en het daarrond hangend condensatorennetwerk waarbij ook de varicap D1 behoort .Zoals al beschreven bij de BFO moeten we goed opletten wat de fasedraaiïng en de rondgaande versterking betreft.
De versterking zit in het ic en daar hebben we weinig vat op maar met de fasedraaiïng kunnen we wel iets verkeerd doen . Het is dus goed opletten welke spoel-pin je aan welke ic-pin aanknoopt .We hebben hier namelijk te doen met een Hartley oscillator en de noodzakelijke terugkoppeling gebeurt hier door een aftakking op de spoel . Deze aftakking ligt niet in het midden , en het zou wel eens kunnen zijn als je b.v. pin 1 en 3 van de spoel zou omkeren dat het spul niet meer oscilleert . Gelukkig hebben we een print ontwikkeld waardoor je geen fouten kunt maken . Kleine opmerking : pin 5 op het schema van de spoel bestaat eigenlijk niet , dit moet pin 6 zijn .
De trimmer C11 staat parallel met C28 en dienen tesamen om de oscillator " in de band" te brengen .De afstemming zelf gebeurt dus met de varicap . De varicap is een gelijkspanningsgeregelde condensator .De regelspanning wordt aangeboden via R4 en via een spanningsdeler bestaande uit R7,R6 als potentiometer en R5 . R7 en R5 bepalen de onder en bovensgrens voor het afstembereik . het één en ander hangt natuurlijk af van hoever de spoel geregeld staat .Merk ook op dat de varicap ( zoals steeds) in sperzin geschakeld is . De kathode ligt hier aan de + . Daardoor trekt deze diode heel weinig stroom en is R4 dan ook van hoge waarde.
Bij C10 en C28 staat respectievelijk N150 en N750 vermeld . Dit komt overeen met een bepaalde kleurcode op de condensator en wilt zeggen dat ze een Negatieve temperatuurscoëfficient hebben . Waarom ? Om de drift mogelijks te compenseren van de schakeling . De spoel heeft namelijk een positieve temperatuurscoëfficient en zo heffen ze ,zo goed en kwaad als het kan, elkaar op , dit ten voordele van de frequentiestabiliteit.
Wat staat er nog op het schema ? Condensator C12 die een ontkoppelde rol speelt en eigenlijk wel belangrijk is als men het hoogfrequent schema zou bekijken van de oscillatorkring .
De kathode van de varicap die op DC gebied aan de + van de voeding ligt , ligt eigenlijk op AC ( dus HF )-gebied aan de massa ! .Dit dankzij deze C12 .Eigenlijk is dit ook voor de spoel het geval.
C13 legt ook één kant van de secundaire van de spoel aan massa.

De spanningsdeler R14 met R8 tesamen met C16 hebben we eigenlijk al verklapt in de beschrijving van de TCA440, evenzo de ontkoppelingscondensator C14.
Deze dient om de MF-versterking te regelen en onrechtstreeks dus ook het LF . Hiermee sparen we een volumeregelaar uit .

De afregeling bespreken wij bij de indienstname/metingen van de print .

donderdag 3 november 2011

Het schema : deel 3



Voor dat we onze soldeerbout warm stoken ga ik eerst in vogelvlucht ic TCA440 uitleggen .
Zie daarvoor bijstaande figuur .
De TCA440 is van oorsprong van Siemens en bevat de volledig functie van een AM-ontvanger met alles der-op en der-aan wat nodig is , uitgenomen een LF-eindtrap .
Buiten de algemene spanningsstabilisator ( 3,5V) die voor bijna alle blokken telt zien we van links naar rechts de volgende blokjes .
De préstage of RF ingangstrap Hierbij zijn pin 1 en 2 de symmetrische ingangen , is pin 3 de ingangspin om de versterking te regelen ( regelbereik 38 dB , dat is ongeveer 80 x in spanning) en geeft zijn uitgangssignaal inwendig af aan de mixer.De mixer zelf heeft nog een tweede ingang natuurlijk en deze komt van het oscillatorblokje .De mixer heeft twee uitgangen ( pin 15 en 16), daardoor krijgt men de kans om enerzijds een afgeleid regelsignaal te maken om de RF -ingangstrap te sturen en anderzijds de mogelijkheid het gewenste signaal uit te filteren uit de brij mengprodukten die ontstaan zijn in de mixer.
De oscillator zelf bevat de aktieve onderdelen en hoeft enkel uitwendig voorzien worden in een afgestemde kring op de juiste frequentie . Pinnen 4 , 5 en 6 zorgen voor de gewenste aansluiting .
Nadat de gewenste midden frequentie uitgefilterd is , wordt dit weer aangeboden aan pin 12 zijnde de ingang van de eerste middenfrequenttrap ( IF -stage) van in het totaal vier trappen die in cascade staan ( achtereenvolgend) . Merk op dat de eerste drie trappen inwendig voorzien kunnen worden van een regelsignaal uit het blokje if-gain control .
De totale versterking van deze trappen is niet min .Een totaal van 62dB ( 1250 x in spanning) is het regelbereik.Tezamen met het eerste regelbereik zitten we aan 100000 x !)
Het is trouwens zo dat eerst de derde trap geregeld wordt en dan in stapjes pas de tweede en als laatste de eerste.
Het laatste regelbereik doen we handmatig met onze potmeter R9 die binnenkomt aan pin 9 van de IF-gain control .De préstage regelen we niet en staat vast ingesteld door R3 en ontkoppeld met C5.
De IF-gain control heeft nog een uitgang waarop een S-meter kan aangesloten worden . Dit is in dit ontwerp niet gedaan en wordt niet als een gemis beschouwd. Ons oor kan sneller en beter verschillen detekteren .
Dan schiet er nog over pin 11 en 13 , hiermee ontkoppelen we de eerste middenfrequenttrap en pin 7 die uiteindelijk ons versterkt en geregeld middenfrequentsignaal aanbiedt. Pin 16 is de voeding voor de mixer en pin 14 de algemene voeding voor de stabilisator . Dankzij de inwendige stabilisator hoeven we ons geen zorgen maken over stabilteit van de voedingsspanning .

woensdag 2 november 2011

Het schema : deel 2




Ditmaal bespreken we de BFO ( Beat Frequency Oscillator) en de mengtrap.
De BFO is een oscillator die tezamen met een ander signaal van ongeveer dezelfde frequentie aangeboden wordt aan een mengtrap met als resultaat een nieuw signaal dat in het hoorbaar gebied ligt . Let wel er worden nog vele andere mengprodukten gegenereerd maar die hebben we hier niet nodig .
Waarom hebben we een BFO nodig ? Wel de uitzendig van de vossen is een ongemoduleerde draaggolf en daardoor niet hoorbaar , geen modulatie dus.Door een signaal op te wekken dat bijna op de middenfrequentie ligt zal er een verschiltoon hoorbaar worden die , na menging , ons de vos doet horen .
De BFO bestaat hier bij ons uit één transistor T2 en een aantal componenten zoals twee weerstanden R10 en R11 en een filterblokje F3 .
Wanneer hebben we een oscillator ?Daar zijn minstens twee criteria voor nodig .
1. De versterking van de trap moet de verzwakking van de terugkoppelcomponenten compenseren , men zegt ook wel dat de rondgaande versterking minstens één moet zijn.
2. Het faseteken moet juist zijn .

Voor de versterking en de instelling van de transistor worden de beide weerstanden gebruikt . De basis wordt voorgepolariseerd door R11 . U ziet dat dit een grote weerstand is , dus de basis krijgt maar weinig stroom toebedeeld en zal dan ook dicht bij zijn oorsprong ingesteld staan . Dit is te meten door de collectorspanning te meten t.o.v. de massa .Deze zal dicht bij zijn voeding liggen . Deze meting kan enkel gebeuren als F3 nog niet gemonteerd is .
Voor de juiste fasedraaiïng zorgt F3 . De collector staat normaal uit fase t.o.v. zijn basis ( dus 180°) maar door een extra fasedraaiïng van het filter krijgen we weer totaal van 360° of 0° en kan de oscillatie gebeuren.Deze juiste fasedraaiïng van het filter kan maar gebeuren op één enkele frequentie ( lees beperkt frequentiebandje) en het is deze frequentie die uiteindelijk onze BFO-frequentie zal zijn .
De uitkoppeling gebeurt met een klein condensatortje van 10p (C18).

Als we willen mengen moeten we een mengtrap hebben . Mengtrap is hier een groot woord . Mengen wordt hier gedaan met twee dioden D2 en D3 . Deze diodes worden ingesteld door weerstand R12 en afgesloten met condensator C19.
Hoe werkt dit nu ? Wel , de weerstand stelt beide diodes in op de kromming van hun karakteristiek . Als er nu minstens twee of meerdere signalen daarbij mee geïnjecteerd worden zullen deze signalen " verminkt" worden m.a.w. als het mooie sinussen waren zijn het achter deze schakeling verminkte sinussen . Nu zegt mijnheer Fourier dat élk signaal , hoe raar ook de vorm is , kan samengesteld worden uit een reeks sinussen van verschillende frequenties en van verschillende amplitudes en verschillende fases.. Zo is een blokgolf in feite een samengestelde reeks van sinussen ! Wij doen hier een beetje omgekeerd . Door de sinussen te verminken ontstaan er andere sinusjes met andere frequenties enz. Eén daarvan is geschikt voor ons en deze filteren we uit . Bij ons is dat de laagfrequente toon die ontstaat door het verschil van onze BFO en het middenfrequent die uit de andere filter F2 komt .

Zo komen we naadloos aan filter F2 . In feite weten nu jullie al dat deze enkel de frequenties " onverzwakt" doorlaat waar hij voor ontworpen is en dat hij de overige sterk verzwakt . De bandbreedte is min of meer bepalend door de koppelcondensator C17 , want in feite is ons blokje een dubbele filter en doorgekoppeld via die condensator .
Ik zoek de karakteristieken nog op en zal deze ergens op de blog zetten.
Wat wel nog belangrijk is , is R15. Deze waarde mag niet te veel afwijken want hiermee wordt de filter goed afgesloten en deze bepaald ook de rimpel van de doorlaat van het filter .

Rest mij nog de mogelijkheden op te sommen om dit gedeelte van de print uit te testen.Ik bespreek dit in een nieuwe aflevering , hopelijk tezamen met enkele foto's.

dinsdag 1 november 2011

Het schema : deel 1

Doordat we nog wat moeten wachten op de print , kunnen we al van wal steken met het bespreken van het schema. Ik ga dit doen in volgorde zoals ik bouw. Ik bouw altijd " van achteren naar voren ". Dit heeft het voordeel dat je de voeding al werkend hebt en dat je al LF-delen kunt testen met eenvoudige middelen .
Je ziet ook op het bijgevoegd schema een licht en een donker gedeelte. Het donker gedeelte is hetgene we niet bespreken en het lichtere gedeelte natuurlijk wel .
Ik moet wel al beginnen met een wijziging t.o.v. het schema . Onze batterij wordt niet door een contact in de koptelefoonaansluiting ingeschakeld maar door een gewone wipschakelaar. Dit is nog niet aangepast in het schema.
Bovenaan ziet U IC3 , dit is een spanningsregelaar in de vorm van een transistor . Dit is een 78L06 uitvoering wat beduidt dat er maximum 500mA kan uitgetrokken worden en dat de geregelde spanning 6V bedraagt. Wat is er meer over te vertellen ?
De in-en uitgang zijn voorzien van een elco van 100µF .Hier moet je wel opletten dat de uitgangscondensator C23 bij afschakelen eerder ontlaadt dan de ingangscondensator C25, anders bestaat de mogelijkheid dat de regelaar invers doorslaat.Normaal moet de ingangsspanning ook ca 3V hoger zijn dan de geregelde spanning maar tegenwoordig kan het ook met minder.Omdat elco's niet zo best zijn voor hogere frequenties wordt C24 bijgeplaatst om dit te verzorgen.
Hiermee is dit gedeelte verklaart. Dan volgt de LF-versterker met de LM386.
C26 heeft als doel om de DC-spanning weg te houden van de koptelefoon en tergelijkertijd het LF door te laten .C22 is een ander verhaal . Hiermee wordt de versterking van de inwendige versterker ingesteld . Met deze configuratie bedraagt de spanningsversterking 200 x .Dit ic kan soms nogal nukkig zijn en LF-oscilleren .
Meestal wordt er dan een serieRC-keten van de uitgang naar massa geplaatst ,maar hier is enkel een condensator (C27) gebruikt.Het kan ook zijn dat er nog wat hogere frequenties gedempd moeten worden , en dat hij daarvoor dient.
De standaard volumeregelaar die bij deze ic gebruikt wordt is 10k aan de ingang ( pin 3) maar hier wordt een vaste weerstand gebruikt omdat hogerop de regeling plaats vindt.Schiet nog C21 en C22 over . De eerste laat het LF-door en spert de DC spanning en de tweede filtert de eventuele onnodige mengfrequenties uit . Zie hierover later .
Bij het ingebruik nemen eerst alles solderen , controleren op eventuele sluitingen tussen de baantjes. Daarna eerst IC3 testen of er inderdaad 6V op de uitgang staat . Daarna met de meetpennen en zonder dat IC2 in de voet steekt de 6V meten tussen pin 6 + en pin 2 - en hetzelfde tussen pin 6 + en pin 4 - .
Als dit juist is , ic insteken . Meten tussen massa en pin 5 . Dit moet op ongeveer de helft van de voedingsspanning staan , dus in dit geval op ca 3V.
Als je nu je koptelefoon aansluit en met je vinger aan de ingangspin (3) komt moet er een brom waarneembaar zijn .Heb je een LF-generator dan kan je dit injecteren aan de linkse kant van C20. Heb je geen generator , gebruik dan je uitgang van je MP3-speler , je uitgang van je geluidskaart of iets anders . Let wel op je niveau en gebruik desnoods een verzwakker .
Tot zover deel 1.